Bonefast
Image default
Verbouwen

Bijzondere werkomstandigheden

Bijzondere werkomstandigheden

Bij bijzondere werkomstandigheden moet je denken aan: werken in een besloten ruimte, werken op grote hoogte, lassen en snijden of het slopen van een gebouw.

Besloten ruimte

Een besloten ruimte is een plek waar je moeilijk bij kunt komen. Dit geldt ook voor hulpverleners. Vaak is de ruimte slecht geventileerd. Deze ruimten worden met name betreden voor schoonmaakwerkzaamheden, onderhoud of reparatie. Een voorbeeld van een besloten ruimte is een lift schacht, rioolbuis, kelders, kruipruimten onder een huis.

Door de slechte ventilatie neemt de kans toe op een gevaarlijke situatie. Denk aan vergiftiging of brand.

 Gevaren besloten ruimte

–          Brand en explosies

–          Vergiftiging

–          Bewegende delen

–          Elektriciteit

–          Verstikking

 

Wat moet je doen voor je een besloten ruimte ingaat?

  1. Onderzoek of je extra veiligheidsmaatregelen moet nemen.
  2. Werkvergunning verplicht!
  3. Voor betreding moet er geen gevaar zijn (zoals gassen).
  4. Sluit leidingen af met een steekflens.
  5. Voor en tijdens het werken in een besloten ruimte goed ventileren.
  6. Werk zo kort mogelijk in een besloten ruimte.
  7. Plaats machines met elektromotor of dieselmotor zo ver mogelijk weg (buiten de ruimte).

Wat moet je doen tijdens het werk in een besloten ruimte?

  1. Er moet altijd iemand bij de ingang wachten (bij het mangat). Ze moeten contact met elkaar hebben.
  2. De wachter bij het mangat gaat nooit naar binnen maar haalt hulp bij calamiteiten.
  3. Plaats bord bij ingang dat er gewerkt wordt in besloten ruimte.
  4. Gebruik explosievrije elektrische apparatuur (50 V wisselspanning of 120v gelijkspanning).
  5. Bij lassen, zorg voor voldoende zuurstoftoevoer.
  6. Draag de PBM (persoonlijke beschermingsmiddelen).
    1. Harnasgordel (met lijn naar wachter).
    2. Ademhalingsscherming.
    3. Beschermende kleding.
    4. Handschoenen.
    5. Veiligheidsschoenen.
    6. Veiligheidshelm.
    7. Oogbescherming.
    8. Gehoorbescherming (indien nodig).
  7. Minderjarige (onder de 18 jaar) mogen geen besloten ruimte in.

 

Besloten ruimte beweegbare delen

Als er beweegbare delen zijn in de besloten ruimte dan moeten deze mechanisch of elektrisch vergrendeld zijn (denk aan de lift die beweegt als er gewerkt wordt = levensgevaarlijk).

 

Besloten ruimte Zuurstof of gasflessen

Dit kan gevaarlijk zijn. Extra explosie gevaar.

 

Besloten ruimte Las en snijwerkzaamheden

Haal brandbare zaken we uit de ruimte. Zorg voor blusmiddelen. Let op zuurstoflekken.

Bij elektrisch lassen maximaal werken met 50 volt wisselspanning of 120 volt gelijkspanning.

 

Besloten ruimte aanbrengen verf

Er komt oplosmiddel vrij. Door weinig ventilatie kan de norm (grenswaarde) overschreden worden en dit is ongezond. Adembescherming is dan verplicht. Zorg verder voor goede ventilatie ook voor de dagen erna (opdrogen verf).  De concentratie gas moet onder 10% LEL blijven.

 

Besloten ruimte graafwerkzaamheden

Ook graafwerkzaamheden worden gezien als een besloten ruimte (met een diepte groter dan 1,5 meter). Gevaren: instorten en levend begraven worden. Elektrocutie door raken stroomkabel, Explosie door gasleiding, wateroverlast, of vervuilde grond.

Maatregelen: Kaart met leidingen en buizen, Raadpleeg KLIP-KLIM systeem (Kabels en leidingeninformatieportaal). Meld aan kadaster en KLIC dat je gaat graven (verplichting!)

Graven mag pas beginnen na vergunning door netbeheerder.

 

Zorg voor voldoende stutten tegen instorten. Zorg voor een hekwerk om het gat.

Zorg voor laders in de put/sleuf. Plaats geen zware voertuigen in de buurt. Meld als de kaart niet klopt en dus dat een buis anders ligt dan aangegeven. Bij schade aan buizen of kabels moet je dit melden aan de netwerkbeheerder.

 

Werken op hoogte

Het gevaar is vallen. Er gebeuren veel ongelukken per jaar door vallen van hoogte. Valgevaar is werken op een hoogte van hoger dan 2,5 meter. Er zijn dan verplichtingen zoals:

Aanbrengen van een steiger, plaatsen van leuning of hek, dicht maken van gaten, beschermingsmiddelen gebruiken (helm, veiligheidsschoenen, vangnetten.

 

Staande steiger

Een deskundige moet de staande steiger bouwen. Als de steiger klaar is mag pas de steigerkaart (of scafftag) bevestigd worden. Er staat vermeld: maximale belasting en datum keuring.

 

Verander nooit iets aan de steiger. Laat geen gereedschap op de steiger liggen.  Gebruik geen ladder op de steiger. Houd de steiger schoon. Zorg dat de planken niet glad zijn (olie of ijs).

 

Rolsteigers

Een rolsteiger heeft wielen en kun je dus makkelijk verplaatsen. Zorg voor een goede montage (controleer of alle onderdelen aanwezig zijn). Zet de wielen vast als je de steiger gebruikt. Klim aan de binnenkant als je omhoog gaat, voorkom omvallen.

Gebruik de steiger niet boven windkracht 6.  Zorg ervoor dat de steiger stabiel staat.

 

 

Hangsteigers

Een hangsteiger wordt vaak gebruikt door glazenwassers. Bij gebruik mag er niemand onderdoor lopen. Regels hangsteigers:

  1. De omgeving moet afgezet worden met rood/wit lint.
  2. De hangsteiger testen voor gebruik.
  3. Een harnasgordel dragen is verplicht.
  4. Bediener en gebruiker moeten oogcontact hebben (of portofoon).
  5. De steiger mag niet onbeheerd achtergelaten worden.
  6. Niet gebruiken bij windkracht 6.
  7. Nooit onbeheerd achterlaten (in werking).
  8. De maximale belasting niet overschrijden.

 

Hoogwerkers

Bij kleinere werkzaamheden wordt een hoogwerker gebruikt. Een hoogwerker kan verplicht zijn als een lader geen mogelijkheid meer is. Een hoogwerker kan zelfrijdend zijn maar ook op een vrachtwagen geplaatst zijn.

Pas op: elektriciteitskabels, vallende voorwerpen, beknelling, vallen.

Verplichting: Geldig keuringssticker op de hoogwerker, Functie bedieningsknoppen moeten zichtbaar zijn, personeel die weet hoe een hoogwerker werkt, maximale hefgewicht moet op hoogwerker staan, gebruiksaanwijzing en logboek aanwezig zijn.

Veiligheid: Plaats de hoogwerker op een vlakke ondergrond, gebruik de hoogwerker niet als lift of hijskraan, draag valbescherming en bevestig dit aan de hoogwerker, niet gebruiken boven windkracht 6. Regels hoogwerkers:

  1. Horizontale en vlakke ondergrond.
  2. Niet als lift of kraan gebruiken.
  3. Verplaatsen volgens aanwijzingen.
  4. Draag een valbeveiliging.
  5. Gebruik portofoon bij een afstand > 25 meter.
  6. Niet gebruiken boven windkracht 6.

 

Werkbakken voor personen

Als er geen andere mogelijkheid is mag een personenbak aan een hijskraan bevestigd worden.

Verplichting: Keuring en bewijs aanwezig, aan een viersprong opgehangen (vier staalkabels), op de werkbak staat maximale gewicht en maximaal aantal personen en eigen gewicht (van de bak).

Veiligheid: Persoon in de bak en machinist zien elkaar (of portofoon), Harnasgordel aan de werkbak vastmaken, de persoon in de bak geeft de opdrachten aan de machinist.

 

Ladders

Beperk gebruik van ladders. Dit voorkomt ongevallen. Dit is niet altijd mogelijk dus pas goed op.

Verplichting: Gekeurde ladder (sticker op ladder), maximaal 7,5 meter boven de grond werken, niet langer dan 4 uur op een lader staan, krachtgebruik niet boven 100N (10kg), zorg dat alles binnen een armlengte bereikbaar is, niet boven windkracht 6.

Veiligheid: Zet de ladder in een hoek van 75 graden. Zet onderzijde laddervast zodat deze niet wegvalt, zet op stevige ondergrond, neem gereedschap mee aan een touw (verkomt vallen).

 

Veilig werken op daken

Niet alleen vallen van het dak kan gevaar opleveren. Vaak is het door het dak heen zakken of in een gat vallen op het dak. Zorg dat je weet hoeveel het dak kan dragen. Anders moeten er loopplanken geplaatst worden.

Plat dak: Als je op een plat dak werkt binnen 5 meter van de rand, dan moet er een hek of vangnet geplaatst worden. Kan dit niet, dan moet je een harnasgordel dragen.

Vloeropeningen: Sluit de vloeropening af met stevige platen. Of plaats hekken om de opening, is het plaatsen van hekken niet mogelijk dan moet er een gekleurde markering worden aangebracht.

LEG NOOIT EEN ZEIL OVER EEN OPENING!

 

Lassen en snijden

Bij elektrisch lassen wordt door kortsluiting een vlamboog gemaakt. Door de vlamboog smelten materialen aan elkaar. Door de hitte ontstaan gevaren.

  1. Elektrocutie van de lasser.
  2. Brand of explosie.
  3. Huid of oog kunnen verbranden door UV-straling.
  4. Verblinding door infrarood.
  5. Warmtestraling.
  6. Giftig lasrook.
  7. Of nek- en rugklachten door verkeerde werkhouding.

Voorkom gevaar door de volgende veiligheidsmaatregelen.

  1. Alleen lassen met geldige werkvergunning.
  2. Denk aan ventilatie of goede afzuiging van de lasrook.
  3. Draag persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM). Lasschort, laskap, lashandschoenen, laskleding, veiligheidsschoenen.
  4. Denk ook aan andere, gebruik lasgordijnen. Andere zien dan de UV en infrarood stralen niet.
  5. Blusmiddelen binnen handbereik.

Bij autogeen lassen wordt gas en zuurstof vermengd hierdoor ontstaan ook specifieke risico’s.

  1. Zuurstof is brand bevorderend.
  2. Gasflessen zijn explosief. Controleer ook de gasslangen op beschadigingen of breuk.
  3. Er moet een vlamdover tussen brander en gasfles geplaatst zijn (ivm terugslaan vlam).

Ook kan je een terugstroombegrenzer gebruiken in de zuurstof- of gasslang.

  1. Gas is zwaarder dan lucht. Dus pas op met werken in lagere plaatsen (gat).

 

Sloopwerkzaamheden

Gevaren bij slopen zijn: verstappen, uitstekende constructiedelen, werken op hoogte, vallend materiaal, instorting, gevaarlijke stoffen (asbest of kwartsstof) en lawaai.

Veiligheidsmaatregelen:

  1. Op hoogte werken gebruik valbeveiliging (harnas, hek, vangnet).
  2. Zonder plan niet boven of onder elkaar werken.
  3. Stortkokers gebruiken voor het afval.
  4. Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) helm, veiligheidsschoenen, adem- en oorbescherming.

  

Asbest

Voor de sloop moet er een inventarisatie van aanwezig stoffen worden verricht. Is er asbest aanwezig, dan moet een asbestbedrijf (die gecertificeerd is) de asbest verwijderen. Dan pas mag de rest van de sloop beginnen.

Veiligheidsmaatregelen:

  1. Besproei met water of breng fixeer middelen aan. (voorkomt verspreiding asbestvezels).
  2. Niks breken (asbest vezels komen dan in de lucht!).
  3. Gebruik P3 stoffilter.
  4. Gebruik een wegwerpoveral.
  5. Geen stortkoker gebruiken. Asbest verpakken en afvoeren. Geen stof mag vrijkomen!

 

Oefenen voor het examen met het VCA proefexamen! Maak meer dan 10 proefexamen helemaal gratis.

 

 

https://www.oefentoets.com/cursussen/vca-proefexamen/